Presentatie

Beroeps Praktijk Vorming in het Passend onderwijs

Op 25 november jongstleden werd in Amsterdam het congres over Beroeps Praktijk Vorming in het Passend onderwijs gehouden. Centraal stond het gebruik van het “BPV-Handboek” voor begeleiding van mbo-studenten met een extra ondersteuningsbehoefte. Met name hun Beroeps Praktijk Vorming. Een uitgave die door samenwerking van vele instanties, waaronder het ROC is samengesteld.

Onder de noemer “Nieuwe keynotes” waren er drie betrokkenen die een inleiding verzorgden over wat volgens hen nodig is om een geslaagde BPV te doorlopen. Een vertegenwoordiger uit het onderwijs, een vertegenwoordiger uit de studenten en een vertegenwoordiger uit het bedrijfsleven.
De inleidingen hielden ook in, dat de betrokkenen een brief aan één van de anderen schreven waarin het thema werd uitgewerkt.
De vertegenwoordiger uit het onderwijs benadrukte dat het boek zo belangrijk is omdat het zeer bruikbaar en compleet is. Zelfs de wettelijke basis voor de beschreven onderwerpen ontbrak niet. Zij had dan ook grote waardering voor alle mensen, ook van het ROC zelf, die er aan meegewerkt hebben. Het zal zeker bijdragen tot meer onderling begrip en betere samenwerking tussen student, bedrijfsleven en onderwijs.
De vertegenwoordiger uit de studenten ging nader in op haar ervaring en tegenslagen die ze ondervond bij haar stages. Zij bleek een echte doorzetter! Zeker toen ze een BPV-plaats vond met een stagebegeleider die in plaats van haar beperkingen, haar mogelijkheden zocht en tot ontwikkeling liet komen! Ze sloot haar inleiding af met een krachtige uitsmijter: “Je kunt een leerling vandaag iets leren. Maar als je zijn nieuwsgierigheid kunt prikkelen zal hij dat zijn hele leven blijven doen!”

De organisatie had mij gevraagd, als BPV-begeleider bij Enza Zaden, vertegenwoordiger uit het bedrijfsleven te zijn en vanuit die invalshoek een inleiding te geven. En zó is het gekomen dat ik mijn “maiden speech” voor een groot publiek moest voorbereiden.
Op het moment dat je je zo nadrukkelijk in dit onderwerp gaat verdiepen, gaan je gedachten onwillekeurig terug naar vroeger, naar je eigen stages. Wat vond je zelf belangrijk en wat wilde je er zelf mee bereiken, toen? Het bleek voor een deel de basis voor de invulling van mijn functie als BPV-begeleider bij Enza Zaden. Van daaruit heb ik mijn inleiding geschreven over optimaliseren van werkomstandigheden, maar ook over de valkuilen.

  • Basis voor succes:
  • Vertrouwen
  • Valkuilen
  • Informatie en hoe daar mee om te gaan
  • Communicatie
  • Non-verbale uitingen
  • Zelfbeeld van de stagiaire

Passend onderwijs en stages

Mijn eigen stages
Ook ik heb, vanaf mijn 15e jaar, bij diverse bedrijven stages gelopen.
Eerst vanuit de lagere agrarische school en later vanuit de middelbare tuinbouwschool. Wat vond ìk belangrijk tijdens mijn stage?

Ik wilde graag goed contact opbouwen met mijn begeleider op de werkvloer. Daarmee kon ik een goede indruk krijgen wat voor bedrijf het zou zijn. Er waren immers nog geen websites om te raadplegen!
En ik zou ervaren hoe het is om iedere dag te werk te gaan.
Welk gevoel je krijgt als je opgenomen werd in een team, heel fijn.
Proberen er samen een leuke tijd van te maken. Oók al is het misschien niet het bedrijf waar je tot je pensioen zou willen werken, want dat maakt de stageperiode nog niet tot een mislukking!
Deze ervaringen nam ik dan gewoon mee in mijn eigen rugzak, op weg naar de volgende stageplek.

Van stages naar werk … weer naar stages, maar nu als begeleider
En hoe fijn is het dan, als je aan het einde van je stageperiode te horen krijgt: “Zodra jij je diploma hebt moet je maar even terugkomen. We kunnen jou hier wel gebruiken!” En zo ben ik in 1988 bij Enza zaden terecht gekomen en daar werk ik nog steeds. Toen nog een groentezaadbedrijf met zo’n 100 personeelsleden. Nu een grote marktleider met meer dan 2.000 medewerkers wereldwijd, waarvan ongeveer 750 in Enkhuizen.

Binnen Enza zaden werk ik sinds 1988 op het kiemlaboratorium waar ik, sinds 2009, onder meer, ook stagiaires begeleid. Stagiaires van onder andere de Praktijkschool, het MBO-onderwijs Vonk en van het MBO-onderwijs ROC. Diversiteit aan niveaus, diversiteit aan stagiaires.
Vanaf begin af aan heb ik de begeleiding van stagiaires, coachées en anderen serieus opgevat en niet alleen op basis van mijn werkervaring. Ik volgde een aantal cursussen voor begeleiden en beoordelen van studenten en hun stages. Middels een aantal meerjarige H.B.O.-opleidingen in psychologie, coaching, specialisatie autismecoaching en bedrijfspsychologie vergaarde ik aanvullende kennis. Daarnaast heb ik nog een coaching praktijk.

Ik mag wel stellen dat ik mijn uiterste best doe om alles wat nodig is voor een goede stageperiode van de student te realiseren. Maar…dan verwacht ik van de stagiaire ook wel iets terug. Iets in de zin van progressie in het uitvoeren van het werk. Maar ook in alles wat er gebeuren moet qua verslaglegging en beoordelingen.

Het geheim van succes
Wat heeft een student nodig van mij en wat heb ìk nodig van de student om een stage tot een succes te maken? V E R T R O U W E N !
Door vertrouwen te geven ontstaat het gevoel van veiligheid. Daarmee bouw ik een band op met de student. Deze band heb ik nodig om een goede werkrelatie te ontwikkelen met de juiste werkomstandigheden.
Deze band moet de stagiaire het gevoel geven in een veilige omgeving te zijn. Een omgeving waarin de stagiaire zich kan en mag uiten zoals de stagiaire is en zonder consequenties of commentaar.

Er is echter wel een aantal valkuilen:

In de eerste plaats: Informatie
Iedere stagiaire heeft een andere benadering nodig. In het passend onderwijs is dat al gauw het geval. Welke dat is, daar moet ik dan zien achter te komen. Dat valt niet altijd mee.
Vanuit school komt er namelijk weinig informatie over de student naar mij toe. Begrijpelijk, vanwege de privacywetgeving. Als bedrijf ervaren we soms te kort geschoten te zijn als gevolg van informatie van uit school of een gebrek daaraan. Als de stagiaire zelf ook niets verteld kan het lastig worden om het vertrouwen, de veilige omgeving en het ervaren van succes mogelijk te maken.

In de tweede plaats: Communicatie
Ik weet uit ervaring dat het hebben van een stagiaire op de afdeling impact heeft op zowel mezelf als op mijn collega’s. Zodra ik merk dat de student op wat voor manier dan ook extra aandacht nodig heeft, probeer ik dat te geven.
Sommige stagiaires kunnen extra aandacht nodig hebben, om goed op te werkvloer te functioneren.
Ook al merk ik vrij snel dat er iets niet klopt in de uitvoering of voortgang van de stage, of in de omgang met de stagiaire, dan kan ik daar direct niet zo veel mee. Niet alle studenten vertellen òf en wàt er met hen aan de hand is, en dat is hun goed recht. Maar daar moet ik dan wel zelf zien achter te komen, en als dat niet lukt dan kan het weleens mis gaan.
Het kan dus ook in hun nadeel werken, omdat de communicatie dan niet op hen afgestemd wordt.

Binnen onze afdeling ben ik degene die de stagiaire begeleid, maar zeker niet bij de feitelijke uitvoering van alle verschillende werkzaamheden.
Dat doen mijn desbetreffende collega’s en die hebben daar soms minder gevoel voor of minder geduld mee. Bij de collega’s kan er dan al weerstand ontwikkeld zijn over de wijze van (niet of slecht) communiceren door de stagiaire, of over het gedrag en functioneren van de stagiaire binnen het team.
Zie die weerstand dan maar weer weg te krijgen. Zie hen weer het vertrouwen te geven dat de stagiaire het wèl kan.
Ik heb hier namelijk maar 16 weken de tijd voor. Dat lijkt lang maar dat is het niet. Na aftrek van de “verplichte figuren” zoals examens, blijft er maar een week of 12 over…

In de derde plaats: Non-verbale uitingen
Als de stagiaire tijdens de stage afwijkend gedrag vertoont, ben ik degene die daar mèt de student naar ga kijken. We zoeken oplossingen om de stagiaire heen zodat deze de stageperiode toch goed kan vervolgen.
Als dat betekent dat er een intensievere begeleiding nodig is, zal ìk dat doen. Als blijkt dat de student vanuit school meer ondersteuning moet hebben, dan koppel ik dat terug met school.

En toch heb ik het helaas een paar keer aan de hand gehad, dat het niet goed ging. Er was toch meer aan de hand met de student dan ik kon bevroeden. Ik ben dan wel stagebegeleider, maar geen gespecialiseerde hulpverlener.
En daarmee stagneerde de voortgang in de gehele stage en om dat dan te herstellen lukt niet meer. Soms is de stageperiode daar te kort voor en loopt die alsnog uit op een mislukking. Dat is jammer natuurlijk.
Teleurstelling bij de stagiaire, teleurstelling bij mij en bij het team.

In de vierde plaats: Het zelfbeeld van de stagiaire
Ik begrijp dat het lastig is voor de stagiaire om te vertellen waar hij of zij in het dagelijks functioneren mee te maken heeft, welke problemen hij of zij ervaart. Maar al te vaak wordt hij of zij met vooroordelen geconfronteerd.
Soms vermoedt de stagiaire daardoor ten onrechte dat zijn/haar persoonlijke omstandigheden zijn/haar positie of de beoordeling van zijn/haar stage negatief beïnvloeden. Soms ook is de stagiaire zich er in het geheel niet van bewust.

In de vijfde plaats: Hoe om te gaan met informatie
Stages gaan in eerste instantie natuurlijk over ervaring opdoen in werken in een vakgebied. Dat vereist een begeleider met vakkennis. De begeleider krijgt echter ook te maken met de bijzondere persoonlijke eigenschappen van stagiaires uit het passend onderwijs. Dat is soms van een geheel andere orde!
Ik realiseer mij dat ik, met mijn ervaring en aanvullende opleidingen, de vaktechnische en persoonlijke begeleiding vrij gemakkelijk kan integreren. Dat is niet iedere begeleider gegeven. En, er moet natuurlijke op veilige en integere wijze met informatie worden omgegaan.
Het is dus van belang de juiste informatie te verstrekken, maar dan wel zodanig dat de betreffende begeleider er ook iets mee kan. Dat hij weet hoe er mee om te gaan ingeval van afwijkend functioneren. Er moet ook een aanspreekpunt zijn waar hij met vragen daarover terecht kan.

Conclusie

Het kan voor een stagebegeleider zeer verhelderend zijn als die weet wat er aan de hand is, wat voor de stagiaire belangrijk is.
Want, “als we geweten hadden dat…” dan hadden we er rekening mee kunnen houden.

Dàn, hadden we de werkomstandigheden gunstiger kunnen maken om het
vertrouwen,
de veilige omgeving en
het ervaren van succes, mogelijk te maken!

Mijn brief aan de beoogde stagiaire luidt dan als volgt:

Beste student,

De stage
Jij wilt bij mij op de afdeling stagiaire worden. Jij zegt interesse te hebben in ons bedrijf en je bent nieuwsgierig naar ons werk.
Ik, als stagebegeleider, vind het leuk om weer een stagiaire verder op weg te helpen naar een goede plek in de maatschappij.

Als stagiaire ga jij dus een aantal maanden meewerken om een indruk te krijgen van ons bedrijf en het werk. Jij hebt een leerdoel voor jezelf vastgesteld en je wilt bij ons komen werken om deze te verbeteren. Ik hoop wel dat je deze goed omschreven hebt, zodat we hiermee in de komende maanden aan de gang kunnen gaan.

Vertrouwen
Ik weet uit ervaring dat het hebben van een stagiaire op de afdeling impact heeft op zowel mezelf als op mijn collega’s.
Ik investeer hier dan ook tijd en energie in zodat we er het beste uit kunnen halen.
Ik probeer jou als stagiaire een plek te geven waarin jij je veilig en gewaardeerd voelt.
Veilig genoeg om jezelf te kunnen zijn, veilig genoeg om vertrouwen te krijgen èn zelfvertrouwen. Maar ook om vertrouwen te geven!

Aandacht en “omdenken”
Zodra ik merk dat je op wat voor manier dan ook extra aandacht nodig hebt, probeer ik je dat te geven. Problemen zijn er om opgelost te worden. Het zou zo jammer zijn als je stageperiode hierdoor mislukt. Sommige stagiaires kunnen extra aandacht nodig hebben om goed te kunnen werken. Dus samen ernaar te kijken en proberen om te gaan “omdenken”.
Omdat problemen met omdenken opgelost kunnen worden.

Eerlijkheid
Ik ben naar jou als stagebegeleider open en eerlijk. Ik hoop dat jij dit naar mij ook zal zijn. Alleen dan hebben wij een goede basis om deze periode samen tot een succes te maken. Je hebt hier namelijk maar 16 weken de tijd voor. Dat lijkt lang maar dat is het niet. Na aftrek van de “verplichte figuren” zoals examens, blijft er maar een week of 12 over…
We krijgen het samen voor elkaar dat deze 16 weken goed verlopen…door eerlijk tegen elkaar te zijn. Dus:

  • Wees eerlijk als je ergens mee zit en vertel me dat!
  • Wees eerlijk als er iets niet lukt en vertel me dat!
  • Wees eerlijk als je vastloopt en vertel me dat!

Ik kijk uit naar onze samenwerking en zie ja graag van dan tot dan bij ons komen!

Vriendelijke groet,

Annemieke Kleinhout
Stagebegeleider.